Gasfles aan boord van uw schip
Met een gasfles aan boord kan u alle kanten op. U kan verwarmen, koelen en heel wat andere apparaten aansluiten. Maar welke veiligheidsmaatregelen dient u te nemen? Wij zetten ze voor u op een rijtje!
Plaatsing
- Zet gasflessen rechtop in een gasbun of flessenkast.
- Plaats gasflessen nooit in de zon of naast een warmtebron.
- Plaats volle, maar ook lege flessen nooit benedendeks. Daar is onvoldoende ventilatie.
- Zorg voor voldoende ventilatie, ook onder de gasfles. Gas is namelijk zwaarder dan lucht en hoopt zich op laag bij de grond.
- Een ventilatiegat moet eventueel gelekt gas uit het schip leiden, en dus niet verder benedendeks.
Lekkage
Het lekken van gas gebeurt meestal bij de omwisseling van flessen. Bijvoorbeeld door een onzorgvuldige aansluiting of door een versleten afdichting. Zorg dus steeds voor voldoende ventilatie zodat eventueel gelekt gas naar buiten kan ontsnappen.
Gasleidingen en beugels
- Voor vaste gasleidingen zijn alleen naadloze koperen of roestvrijstalen pijpen geschikt.
- Alle gasleidingen moeten steeds toegankelijk zijn voor inspectie.
- De beugels die de gasleidingen fixeren hebben een rubberen Gasleidingen moeten namelijk voldoende expansieruimte hebben omdat ze kunnen uitzetten.
- De beugels zijn bij voorkeur van koper of in ieder geval van metaal.
Gasslangen
- Vervang een gasslang om de 2 à 3 jaar. Deze houdbaarheid is afhankelijk van het type en van de omgeving. Door blootstelling aan zon en zeewater slijt de slang namelijk sneller.
- Zorg er ook voor dat er geen knik zit in de gasslang om scheurtjes te voorkomen.
- Merkt u een beschadiging op? Vervang de slang dan zo snel mogelijk!
Drukregelaars
- Een drukregelaar bewaakt de correcte druk binnen een gastank of -fles. De ideale druk ligt niet hoger dan 50 mbar.
- Bij een hogere druk zal een gemonteerde drukregelaar gas afblazen.
- Afhankelijk van de omgeving gaat een drukregelaar tussen de 6 à 10 jaar mee. Bespaar niet op uw veiligheid en vervang de drukregelaar bij twijfel.
Gastoestellen
Natuurlijk moeten ook de toestellen aan boord veilig zijn. Alle aangesloten gastoestellen dienen een afsluiter en thermisch-elektrische beveiliging te hebben.
Controles
Voorkomen is beter dan genezen. Laat uw installatie dus om de drie jaar controleren door een bedrijf met het Certificaat Gastechniek. De inspectie omvat:
- Beoordeling van de gehele installatie
- Toetsing van kwaliteit en veiligheid volgens de ISO-norm 10239
- Inspectie van aangesloten apparaten
Met bovenstaande aanwijzingen kan u veilig op weg met een gasfles of -installatie aan boord!